Een onderdeel van contractenrecht is het incasseren van openstaande vorderingen, in het maatschappelijk verkeer aangeduid als incasso. Incasso valt echter uiteen in de minnelijke fase (buiten rechte) en de gerechtelijke incassofase. Zeker voor grote ondernemers is debiteurenbeheer en de minnelijke incassofase een bedrijfsonderdeel op zich. Een telecomprovider met een miljoen transacties per maand heeft tientallen werknemers in dienst die de debiteuren en hun betalingen administreren, aanmanen en nabellen. Dit is het domein van mijn zakelijke partner BVCM. BVCM legt zich toe op het gehele traject van “order to cash”.

De gerechtelijke incassofase is waar ik mijn cliënten van dienst kan zijn. Formeel worden van incasso gesproken als er door de schuldenaar geen inhoudelijk verweer wordt gevoerd. In mijn praktijk komen dat soort vorderingen niet zoveel voor. Over het algemeen is er altijd een reden waarom er niet wordt betaald. Men is ontevreden over de geleverde zaken of diensten. Men stelt schade te hebben geleden die men met de koopprijs wil verrekenen. Men heeft (op dit moment) geen geld om te kunnen betalen. Je kunt het zo bont niet bedenken of het wordt naar voren gebracht om aan betaling te ontkomen. Mijn taak, in dat soort zaken, is om zo snel mogelijk en met beperkte kosten tot resultaat te komen.

Gerechtelijke incasso begint met deugdelijk verhaalonderzoek. Als je immers te doen hebt met een kale kip, dan vallen daar, ook met een gerechtelijk vonnis, geen veren van te plukken. In dat geval heeft geen zin om kosten te gaan maken voor een gerechtelijke procedure. Er moet dus onderzoek worden gedaan in het Kadaster, in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, etc. Daar waar verhaalobjecten worden gevonden is er verhaal mogelijk.

Als de verhaalpositie in kaart gebracht is, is de vervolgvraag of er aanleiding is om conservatoir beslag te leggen onder de schuldenaar of onder een derde, zoals de bankrelatie van de schuldenaar. Dat de schuldenaar op dit moment verhaal lijkt te bieden wil immers niet zeggen dat dit ook nog het geval is op het moment dat er vonnis wordt gewezen. Veel schuldenaren kennen het klappen van de zweep en zijn handig met het wegsluizen van gelden. Daar kan de schuldeiser zich tegen indekken door conservatoir beslag te leggen op het bezit van de schuldenaar. Dat kost geld en heeft dus alleen zin in zaken met een belang dat zich daarvoor leent. Een bijkomend voordeel van beslag is dat het de schuldenaar direct raakt in zijn of haar bezit. De zaak staat daarmee op scherp en wordt persoonlijk. In veel dossiers kan dat bijdragen aan een oplossing op korte termijn.

Op het moment dat de verhaalbaarheid vastgesteld en zoveel mogelijk verzekerd is, komt het aan op het halen van een vonnis. Dat is een tijdrovend kostbaar traject. Gerechtelijke procedures duren niet zelden een jaar of langer. Bovendien is de uitkomt altijd ongewis. Recht spreken is immers mensenwerk. Procederen is een kwestie van scherp blijven en rustig blijven nadenken. Dat is niet eenvoudig als een procedure een jaar duurt en een vuistdik dossier beslaat. Niettemin kan ik putten uit 26 jaar ervaring in de procespraktijk. Dat wil zeggen dat ik de meeste situaties al meermaals meegemaakt heb. Met die ervaring ben ik u natuurlijk graag van dienst.